voorstellend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

voorstellend

  1. present participle of voorstellen

Declension

[edit]
Declension of voorstellend
uninflected voorstellend
inflected voorstellende
positive
predicative/adverbial voorstellend
voorstellende
indefinite m./f. sing. voorstellende
n. sing. voorstellend
plural voorstellende
definite voorstellende
partitive voorstellends