welriekend

Dutch

Etymology

From wel (“well”) + riekend (“smelling”).

Pronunciation

• Audio:

  (file)

Adjective

welriekend (comparative welriekender, superlative welriekendst)

1. fragrant

Inflection

Declension of welriekend
uninflected	welriekend
inflected	welriekende
comparative	welriekender
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		welriekend	welriekender	het welriekendst het welriekendste
indefinite	m./f. sing.	welriekende	welriekendere	welriekendste
	n. sing.	welriekend	welriekender	welriekendste
	plural	welriekende	welriekendere	welriekendste
definite		welriekende	welriekendere	welriekendste
partitive		welriekends	welriekenders	—