werktuig
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From werk + tuig (“thing, device”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]werktuig n (plural werktuigen, diminutive werktuigje n)
- tool
- Synonym: gereedschap
From werk + tuig (“thing, device”).
werktuig n (plural werktuigen, diminutive werktuigje n)