Dutch
Etymology
Compound of bus + lijn.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈbʏs.lɛi̯n/
- Hyphenation: bus‧lijn
Noun
buslijn f (plural buslijnen, diminutive buslijntje n)
- bus route, bus line
Further reading
- “buslijn” in Van Dale Onlinewoordenboek, Van Dale Lexicografie, 2007.