ontwikkelen

From Wiktionary, the free dictionary
Archived revision by 030BeterHe (talk | contribs) as of 11:59, 17 August 2021.
Jump to navigation Jump to search

Dutch

Etymology

ont- (un-) +‎ wikkelen (wind)

Pronunciation

  • IPA(key): /ɔntˈʋɪ.kə.lə(n)/
  • Audio:(file)

Verb

ontwikkelen

  1. to develop

Inflection

Conjugation of ontwikkelen (weak, prefixed)
infinitive ontwikkelen
past singular ontwikkelde
past participle ontwikkeld
infinitive ontwikkelen
gerund ontwikkelen n
present tense past tense
1st person singular ontwikkel ontwikkelde
2nd person sing. (jij) ontwikkelt, ontwikkel2 ontwikkelde
2nd person sing. (u) ontwikkelt ontwikkelde
2nd person sing. (gij) ontwikkelt ontwikkelde
3rd person singular ontwikkelt ontwikkelde
plural ontwikkelen ontwikkelden
subjunctive sing.1 ontwikkele ontwikkelde
subjunctive plur.1 ontwikkelen ontwikkelden
imperative sing. ontwikkel
imperative plur.1 ontwikkelt
participles ontwikkelend ontwikkeld
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Descendants

  • Afrikaans: ontwikkel