onderzoeken

From Wiktionary, the free dictionary
Archived revision by SurjectionBot (talk | contribs) as of 14:00, 24 October 2021.
Jump to navigation Jump to search

Dutch

Etymology 1

From Middle Dutch ondersoeken. Equivalent to onder- +‎ zoeken. Cognate English underseek, German untersuchen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ɔndərˈzukə(n)/
  • audio:(file)
  • Rhymes: -ukən

Verb

onderzoeken

  1. to investigate
  2. to (do) research
Inflection
Conjugation of onderzoeken (weak with past in -cht, prefixed)
infinitive onderzoeken
past singular onderzocht
past participle onderzocht
infinitive onderzoeken
gerund onderzoeken n
present tense past tense
1st person singular onderzoek onderzocht
2nd person sing. (jij) onderzoekt, onderzoek2 onderzocht
2nd person sing. (u) onderzoekt onderzocht
2nd person sing. (gij) onderzoekt onderzocht
3rd person singular onderzoekt onderzocht
plural onderzoeken onderzochten
subjunctive sing.1 onderzoeke onderzochte
subjunctive plur.1 onderzoeken onderzochten
imperative sing. onderzoek
imperative plur.1 onderzoekt
participles onderzoekend onderzocht
1) Archaic. 2) In case of inversion.
Descendants
  • Afrikaans: ondersoek
  • Negerhollands: ondersoek

Etymology 2

See the etymology of the corresponding lemma form.

Pronunciation

Noun

onderzoeken

  1. (deprecated template usage) Plural form of onderzoek