luchtballon

Dutch

Etymology

Compound of lucht (“air”) +‎ ballon (“balloon”).

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈlʏxt.bɑˌlɔn/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: lucht‧bal‧lon

Noun

luchtballon m (plural luchtballonnen or luchtballons, diminutive luchtballonnetje n)

1. hot-air balloon (inflatable object to transport people through the air)

   We gingen vroeg in de ochtend een ritje maken in een luchtballon.

   We went for a ride in a hot air balloon early in the morning.

   • 2024, Joost (lyrics and music), “Luchtballon”‎^[1]:

     Je vraagt me waarom, maar ik ben niet dom / Laat me maar vliegen in m'n luchtballon

     You ask me why, but I'm not stupid / Just let me fly in my hot-air balloon