moeizaam

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From moe +‎ -zaam, calque of German mühsam.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈmui̯.zaːm/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: moei‧zaam

Adjective

[edit]

moeizaam (comparative moeizamer, superlative moeizaamst)

  1. laborious

Declension

[edit]
Declension of moeizaam
uninflected moeizaam
inflected moeizame
comparative moeizamer
positive comparative superlative
predicative/adverbial moeizaam moeizamer het moeizaamst
het moeizaamste
indefinite m./f. sing. moeizame moeizamere moeizaamste
n. sing. moeizaam moeizamer moeizaamste
plural moeizame moeizamere moeizaamste
definite moeizame moeizamere moeizaamste
partitive moeizaams moeizamers

Adverb

[edit]

moeizaam

  1. with difficulty
[edit]

Descendants

[edit]
  • Afrikaans: moeisaam