ongehoorzaamheid
Dutch
Etymology
From Middle Dutch ongehoorsamheit. Equivalent to ongehoorzaam + -heid.
Pronunciation
Noun
ongehoorzaamheid f (plural ongehoorzaamheden, diminutive ongehoorzaamheidje n)
From Middle Dutch ongehoorsamheit. Equivalent to ongehoorzaam + -heid.
ongehoorzaamheid f (plural ongehoorzaamheden, diminutive ongehoorzaamheidje n)