prijsgeven
(Redirected from prijsgeven)
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From prijs (“prize, booty”) + geven (“to give”). Compare German preisgeben.
Pronunciation
[edit]Verb
[edit]prijsgeven
- (transitive) to surrender, to give up
- 1848, J.L. van der Vliet, chapter III, in Geschiedenis van keizer Napoleon aan het opkomend geslacht verteld[1], pages 26-27:
- Terwijl alzoo de zee in vlammen scheen te staan, vlogen twee met kruid beladen schepen in de lucht, zoodat de aarde dreunde als bij eene aardbeving; de bommen en granaten uit de fransche batterijen kruisten over het water en over de muren en poorten der stad, die nu op den negentienden December 1793 was prijsgegeven aan de willekeur der veroveraars.
- While the sea thus seemed to be burning, two ships laden with spices flew into the air, so that the earth rumbled, as during an earthquake; the bombs and grenades from the French batteries crossed over the water and over the walls and gates of the city, which had now been surrendered to the capriciousness of the conquerors on the nineteenth of December, 1793.
- (transitive) to disclose, to reveal
Conjugation
[edit]Conjugation of prijsgeven (strong class 5, separable) | ||||
---|---|---|---|---|
infinitive | prijsgeven | |||
past singular | gaf prijs | |||
past participle | prijsgegeven | |||
infinitive | prijsgeven | |||
gerund | prijsgeven n | |||
main clause | subordinate clause | |||
present tense | past tense | present tense | past tense | |
1st person singular | geef prijs | gaf prijs | prijsgeef | prijsgaf |
2nd person sing. (jij) | geeft prijs, geef prijs2 | gaf prijs | prijsgeeft | prijsgaf |
2nd person sing. (u) | geeft prijs | gaf prijs | prijsgeeft | prijsgaf |
2nd person sing. (gij) | geeft prijs | gaaft prijs | prijsgeeft | prijsgaaft |
3rd person singular | geeft prijs | gaf prijs | prijsgeeft | prijsgaf |
plural | geven prijs | gaven prijs | prijsgeven | prijsgaven |
subjunctive sing.1 | geve prijs | gave prijs | prijsgeve | prijsgave |
subjunctive plur.1 | geven prijs | gaven prijs | prijsgeven | prijsgaven |
imperative sing. | geef prijs | |||
imperative plur.1 | geeft prijs | |||
participles | prijsgevend | prijsgegeven | ||
1) Archaic. 2) In case of inversion. |
Descendants
[edit]- Afrikaans: prysgee