retentie
Dutch
Etymology
From Latin retentio (perhaps via French rétention), itself from retinere 'to retain, remember' (from re- 're-, again' + -tinere, the compound variation of tenere 'to keep, hold')
Pronunciation
Noun
retentie f (plural retenties, diminutive retentietje n)
- (law) The retention, act of retaining something rather then returning it
- (history) The confiscation of a fief by the feudal lord
- A remembrance, (retention in) memory
- The abilty retentiveness, to retain, to remember
- The inability to secrete a substance, notably as a medical condition or concerning a delay in the passage of water
- The preservation of the shape of (a corrected set of) teeth
Synonyms
- (law) terughouding
- recht van retentie n
- retenue
- (memory ability) herinneringsvermogen n, retentie-vermogen n
Antonyms
- teruggave
- afstand
- (medical) afscheiding
Derived terms
- (by type) driftretentie, keukenzoutretentie, urineretentie, vruchtretentie
- retentie-apparaat n
- retentiebevoegdheid
- retentiecultuur
- retentiecurve
- retentiecyste
- retentiedrager m
- retentiedruk
- retentie-evenwicht n
- retentiefactor m
- retentiegezwel n
- retentiehypothese
- retentieplaat
- retentieplaats
- retentierecht n
- retentietest m
- retentietoxicose
Related terms
- retentor m
French
Verb
retentie
- feminine singular of the past participle of retentir