uitgebleven

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈœy̯txəˌbleːvə(n)/
  • Audio:(file)

Participle

[edit]

uitgebleven

  1. past participle of uitblijven

Declension

[edit]
Declension of uitgebleven
uninflected uitgebleven
inflected uitgebleven
positive
predicative/adverbial uitgebleven
indefinite m./f. sing. uitgebleven
n. sing. uitgebleven
plural uitgebleven
definite uitgebleven
partitive uitgeblevens