voorwaardelijk

Dutch

Etymology

voorwaarde +‎ -lijk

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌvoːrˈʋaːr.də.lək/

• Audio:

  (file)

Adjective

voorwaardelijk (comparative voorwaardelijker, superlative voorwaardelijkst)

1. conditional

Inflection

Declension of voorwaardelijk
uninflected	voorwaardelijk
inflected	voorwaardelijke
comparative	voorwaardelijker
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		voorwaardelijk	voorwaardelijker	het voorwaardelijkst het voorwaardelijkste
indefinite	m./f. sing.	voorwaardelijke	voorwaardelijkere	voorwaardelijkste
	n. sing.	voorwaardelijk	voorwaardelijker	voorwaardelijkste
	plural	voorwaardelijke	voorwaardelijkere	voorwaardelijkste
definite		voorwaardelijke	voorwaardelijkere	voorwaardelijkste
partitive		voorwaardelijks	voorwaardelijkers	—

Antonyms

• onvoorwaardelijk

Derived terms

• voorwaardelijke wijs
• onvoorwaardelijk