waterkip

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Etymology[edit]

Compound of water (water) +‎ kip (chicken).

Pronunciation[edit]

  • IPA(key): /ˈʋaː.tərˌkɪp/
  • (file)
  • Hyphenation: wa‧ter‧kip

Noun[edit]

waterkip m (plural waterkippen, diminutive waterkippetje n)

  1. (Northern Netherlands and Zeeland, dialectal) moorhen (Gallinula chloropus)
    Synonyms: riethen, waterhoen
  2. (Northern Netherlands, dialectal) Eurasian coot (Fulica atra)
    Synonym: meerkoet
    • 1876 December 21, “Genève”, in Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant, page 2:
      [] op de Reuss zwemmen vele waterkippen, zwart met wit bles, die zeer vaardig zijn in het duiken, wanneer ze iets op den bodem zien dat hun past; []
      (please add an English translation of this quotation)
    • 1909 February 15, “Correspondentie”, in Rotterdamsch nieuwsblad, page 2:
      — M. S., alhier. Zoowel de taling en de smient als de meerkoet of waterkip, kunt ge in gevangen staat voeren met oud brood, boukweit en wat hennepzaad.
      (please add an English translation of this quotation)
    • 1920 November 14, “Buitenland. Volkenbond”, in Algemeen Handelsblad. Nieuwe Amsterdamsche Courant, page 1:
      De platanenallee langs de kaden is nog groen, vele boomen staan nog in hun kleurenprachts, maar de nevels onttrekken ze aan het oog; het meer dampt van de mist en het schouwspel van de honderden waterkippen, zwart met witten snavel en witten staarttip of wit met zwarten staart en snavel, gaat gansch en al verloren.
      (please add an English translation of this quotation)
    • 1972 June 10, “Aas met maggi... Het visseizoen is open”, in Het vrije volk, page 19:
      Ze lachen. Stil zitten. Kijken naar het dobbertje. Naar de zwart-witte waterkip die aan de overkant tussen het riet scharrelt.
      (please add an English translation of this quotation)