belangwekkend

Dutch

Etymology

From belang +‎ wekkend.

Pronunciation

• IPA^(key): /bəˌlɑŋˈʋɛ.kənt/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: be‧lang‧wek‧kend

Adjective

belangwekkend (comparative belangwekkender, superlative belangwekkendst)

1. interesting

   Synonym: interessant

Declension

Declension of belangwekkend
uninflected	belangwekkend
inflected	belangwekkende
comparative	belangwekkender
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		belangwekkend	belangwekkender	het belangwekkendst het belangwekkendste
indefinite	m./f. sing.	belangwekkende	belangwekkendere	belangwekkendste
	n. sing.	belangwekkend	belangwekkender	belangwekkendste
	plural	belangwekkende	belangwekkendere	belangwekkendste
definite		belangwekkende	belangwekkendere	belangwekkendste
partitive		belangwekkends	belangwekkenders	—

Derived terms

• belangwekkendheid