buitenechtelijk

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From buiten- +‎ echtelijk.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌbœy̯.tə(n)ˈɛx.tə.lək/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: bui‧ten‧ech‧te‧lijk

Adjective

[edit]

buitenechtelijk (not comparable)

  1. extramarital
    Hij had een buitenechtelijke affaire met zijn collega.
    He had an extramarital affair with his colleague.
    Het kind werd geboren uit een buitenechtelijke relatie.
    The child was born from an extramarital relationship.
    Buitenechtelijke kinderen worden soms geconfronteerd met sociale vooroordelen.
    Extramarital children are sometimes confronted with social prejudices.

Declension

[edit]
Declension of buitenechtelijk
uninflected buitenechtelijk
inflected buitenechtelijke
comparative
positive
predicative/adverbial buitenechtelijk
indefinite m./f. sing. buitenechtelijke
n. sing. buitenechtelijk
plural buitenechtelijke
definite buitenechtelijke
partitive buitenechtelijks