buitengewoon

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From buiten- +‎ gewoon.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌbœy̯.tə(n).ɣəˈʋoːn/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: bui‧ten‧ge‧woon
  • Rhymes: -oːn

Adjective

[edit]

buitengewoon (comparative buitengewoner, superlative buitengewoonst)

  1. extraordinary

Declension

[edit]
Declension of buitengewoon
uninflected buitengewoon
inflected buitengewone
comparative buitengewoner
positive comparative superlative
predicative/adverbial buitengewoon buitengewoner het buitengewoonst
het buitengewoonste
indefinite m./f. sing. buitengewone buitengewonere buitengewoonste
n. sing. buitengewoon buitengewoner buitengewoonste
plural buitengewone buitengewonere buitengewoonste
definite buitengewone buitengewonere buitengewoonste
partitive buitengewoons buitengewoners

Adverb

[edit]

buitengewoon

  1. extraordinarily, extremely, very (used as an intensifier)