buitenlands

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Alternative forms

[edit]

Etymology

[edit]

From buitenland +‎ -s.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈbœy̯.tə(n)ˌlɑnts/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: bui‧ten‧lands

Adjective

[edit]

buitenlands (comparative buitenlandser, superlative meest buitenlands or buitenlandst)

  1. foreign, exterior

Declension

[edit]
Declension of buitenlands
uninflected buitenlands
inflected buitenlandse
comparative buitenlandser
positive comparative superlative
predicative/adverbial buitenlands buitenlandser het buitenlandst
het buitenlandste
indefinite m./f. sing. buitenlandse buitenlandsere buitenlandste
n. sing. buitenlands buitenlandser buitenlandste
plural buitenlandse buitenlandsere buitenlandste
definite buitenlandse buitenlandsere buitenlandste
partitive buitenlands buitenlandsers

Derived terms

[edit]