de pijp aan Maarten geven

Dutch

Etymology

Unknown. Literally, “to give the pipe to Maarten [Martin]”.

Pronunciation

• IPA^(key): /də ˈpɛi̯p aːn ˈmaːrtə(n) ˈɣeː.və(n)/

• Audio

  (file)

Verb

de pijp aan Maarten geven

1. (intransitive, idiomatic) to give up, to throw in the towel

   Synonyms: de handdoek in de ring werpen, de brui geven, het bijltje erbij neerleggen, het voor gezien houden

2. (euphemistic, somewhat humorous) to die.
   • 2000 April 6, One Two Trio (lyrics and music), “10 kleine teringtubbies”:

     6 kleine teringtubbies aan een waterpijp
     1 gaf die pijp aan Maarten, toen waren er nog 5

     (please add an English translation of this quotation)

Inflection

Conjugation of de pijp aan Maarten geven: see geven.