doeltreffend

Dutch

Etymology

From doel +‎ treffend.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌdulˈtrɛ.fənt/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: doel‧tref‧fend

Adjective

doeltreffend (comparative doeltreffender, superlative doeltreffendst)

1. effective, producing the desired effect

Inflection

Declension of doeltreffend
uninflected	doeltreffend
inflected	doeltreffende
comparative	doeltreffender
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		doeltreffend	doeltreffender	het doeltreffendst het doeltreffendste
indefinite	m./f. sing.	doeltreffende	doeltreffendere	doeltreffendste
	n. sing.	doeltreffend	doeltreffender	doeltreffendste
	plural	doeltreffende	doeltreffendere	doeltreffendste
definite		doeltreffende	doeltreffendere	doeltreffendste
partitive		doeltreffends	doeltreffenders	—

Derived terms

• doeltreffendheid