werkzaam

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From werken +‎ -zaam.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈʋɛrk.saːm/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: werk‧zaam

Adjective

[edit]

werkzaam (comparative werkzamer, superlative werkzaamst)

  1. operative, active
  2. hardworking
  3. employed
    Hij is werkzaam in een winkel.
    He is employed by a store.

Declension

[edit]
Declension of werkzaam
uninflected werkzaam
inflected werkzame
comparative werkzamer
positive comparative superlative
predicative/adverbial werkzaam werkzamer het werkzaamst
het werkzaamste
indefinite m./f. sing. werkzame werkzamere werkzaamste
n. sing. werkzaam werkzamer werkzaamste
plural werkzame werkzamere werkzaamste
definite werkzame werkzamere werkzaamste
partitive werkzaams werkzamers

Derived terms

[edit]

Descendants

[edit]
  • Afrikaans: werksaam