winterband
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Pronunciation
[edit]Noun
[edit]winterband m (plural winterbanden, diminutive winterbandje n)
- winter tire
- In sommige landen zijn winterbanden verplicht bij sneeuw en ijs. ― In some countries, winter tires are mandatory in snow and ice.
- Het is veiliger om met winterbanden te rijden tijdens de koudere maanden. ― It's safer to drive with winter tires during the colder months.
- Hij heeft het winterbandje van zijn fiets vervangen. ― He replaced the small winter tire on his bike.