achterbuurt

Dutch

Etymology

From achter +‎ buurt.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈɑx.tərˌbyːrt/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: ach‧ter‧buurt

Noun

achterbuurt f (plural achterbuurten, diminutive achterbuurtje n)

1. (informal) An impoverished neighbourhood, a shady or shabby neighbourhood
   • Gunter Van Assche, "Massive Attack, gedateerd? Nooit", De Morgen, Februari 4 2016.

     Een man strompelt dronken rond in een verlaten achterbuurt.

     A man stumbles around drunk in a desolate poor neighbourhood.

   • Marc van den Eerenbeemt, "Fel debat rond Turnerprijs voor 'conceptuele bullshit'", Volkskrant, December 9 2015.

     Het collectief helpt bewoners van een achterbuurt van Liverpool om zelf panden op te knappen die anders zouden worden gesloopt.

     The collective helps the inhabitants of an impoverished area of Liverpool renovate premises that would be demolished otherwise by themselves.

Synonyms

• achterstandswijk (formal)