doodstraffen

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈdoːtˌstrɑ.fə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: dood‧straf‧fen

Etymology 1

[edit]

From doodstraf +‎ -en.

Verb

[edit]

doodstraffen

  1. (rare, transitive) to execute, to kill to conclude a death penalty
    • 1745, Ary Wys, ’s Heilands kruisgeschiedenis, publ. by Nikolaes Smithof, page 125.
      [] Welke aan een' doemeling, gedoodstraft, geenszins voegt.
      [] which is not meet for a condemnee, executed, at all.
    • 1771, David Hume, Historie van Engeland, Losel, Bosch, Smithof, Burgvliet, Arrenberg & Beman, page 363:
      In het volgende gedeelte der regeringe van de Koninginne, werd de wet ſomtyds uitgevoerd door het doodſtraffen van Priesteren; []
      In the following part of the Queen's rule, the law was sometimes put into practice by the executing of priests; []
Conjugation
[edit]
Conjugation of doodstraffen (weak)
infinitive doodstraffen
past singular doodstrafte
past participle gedoodstraft
infinitive doodstraffen
gerund doodstraffen n
present tense past tense
1st person singular doodstraf doodstrafte
2nd person sing. (jij) doodstraft, doodstraf2 doodstrafte
2nd person sing. (u) doodstraft doodstrafte
2nd person sing. (gij) doodstraft doodstrafte
3rd person singular doodstraft doodstrafte
plural doodstraffen doodstraften
subjunctive sing.1 doodstraffe doodstrafte
subjunctive plur.1 doodstraffen doodstraften
imperative sing. doodstraf
imperative plur.1 doodstraft
participles doodstraffend gedoodstraft
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Etymology 2

[edit]

See the etymology of the corresponding lemma form.

Noun

[edit]

doodstraffen

  1. plural of doodstraf