ontvolgen

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From ont- +‎ volgen.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ɔntˈvɔl.ɣə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ont‧vol‧gen

Verb

[edit]

ontvolgen

  1. (social media, transitive) to unfollow (to cease to subscribe to a feed of another user's activity)

Conjugation

[edit]
Conjugation of ontvolgen (weak, prefixed)
infinitive ontvolgen
past singular ontvolgde
past participle ontvolgd
infinitive ontvolgen
gerund ontvolgen n
present tense past tense
1st person singular ontvolg ontvolgde
2nd person sing. (jij) ontvolgt, ontvolg2 ontvolgde
2nd person sing. (u) ontvolgt ontvolgde
2nd person sing. (gij) ontvolgt ontvolgde
3rd person singular ontvolgt ontvolgde
plural ontvolgen ontvolgden
subjunctive sing.1 ontvolge ontvolgde
subjunctive plur.1 ontvolgen ontvolgden
imperative sing. ontvolg
imperative plur.1 ontvolgt
participles ontvolgend ontvolgd
1) Archaic. 2) In case of inversion.

See also

[edit]