roomwit

Dutch

Etymology

From room +‎ wit.

Pronunciation

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: room‧wit

Adjective

roomwit (comparative roomwitter, superlative roomwitst)

1. cream (color)

Inflection

Declension of roomwit
uninflected	roomwit
inflected	roomwitte
comparative	roomwitter
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		roomwit	roomwitter	het roomwitst het roomwitste
indefinite	m./f. sing.	roomwitte	roomwittere	roomwitste
	n. sing.	roomwit	roomwitter	roomwitste
	plural	roomwitte	roomwittere	roomwitste
definite		roomwitte	roomwittere	roomwitste
partitive		roomwits	roomwitters	—

Synonyms

• crème, crèmekleurig, roomkleurig

See also

Colors in Dutch · kleuren (layout · text)

wit	grijs	zwart
rood; karmijnrood	oranje; bruin	geel; roomwit
groengeel/limoengroen	groen
blauwgroen/cyaan; groenblauw/petrolblauw	azuurblauw	blauw
violet; indigo	magenta; paars	roze