verhoren

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search
See also: verhören and Verhören

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From ver- +‎ horen.

Pronunciation

[edit]
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -oːrən

Verb

[edit]

verhoren

  1. to interrogate

Conjugation

[edit]
Conjugation of verhoren (weak, prefixed)
infinitive verhoren
past singular verhoorde
past participle verhoord
infinitive verhoren
gerund verhoren n
present tense past tense
1st person singular verhoor verhoorde
2nd person sing. (jij) verhoort, verhoor2 verhoorde
2nd person sing. (u) verhoort verhoorde
2nd person sing. (gij) verhoort verhoorde
3rd person singular verhoort verhoorde
plural verhoren verhoorden
subjunctive sing.1 verhore verhoorde
subjunctive plur.1 verhoren verhoorden
imperative sing. verhoor
imperative plur.1 verhoort
participles verhorend verhoord
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Descendants

[edit]
  • Negerhollands: verhör, verhoort

Noun

[edit]

verhoren

  1. plural of verhoor