vlijmscherp

Dutch

Etymology

From vlijm (“lancet-type knife”) +‎ scherp (“sharp”).

Pronunciation

• Audio:

  (file)

Adjective

vlijmscherp (comparative vlijmscherper, superlative vlijmscherpst)

1. (literally) razor-sharp, said of blades and other sharpened objects
2. (by extension) painfully sharp or acute, notably said of sensorial functions
3. (figuratively) precisely, either usefully, dangerously or harmfully, cutting, biting, burning, penetrating etc., said of speech, reasoning etc.

Inflection

Declension of vlijmscherp
uninflected	vlijmscherp
inflected	vlijmscherpe
comparative	vlijmscherper
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		vlijmscherp	vlijmscherper	het vlijmscherpst het vlijmscherpste
indefinite	m./f. sing.	vlijmscherpe	vlijmscherpere	vlijmscherpste
	n. sing.	vlijmscherp	vlijmscherper	vlijmscherpste
	plural	vlijmscherpe	vlijmscherpere	vlijmscherpste
definite		vlijmscherpe	vlijmscherpere	vlijmscherpste
partitive		vlijmscherps	vlijmscherpers	—

Derived terms

• vlijmscherpte