loverboy
See also: lover boy
English
Alternative forms
Pronunciation
- Lua error in Module:parameters at line 290: Parameter 1 should be a valid language or etymology language code; the value "GenAm" is not valid. See WT:LOL and WT:LOL/E. IPA(key): /ˈlʌvɚˌbɔɪ/
Noun
loverboy (plural loverboys)
- A male lover, especially a young one.
- A lady-killer.
Anagrams
Dutch
Etymology
Pronunciation
Noun
loverboy m (plural loverboys, diminutive loverboytje n)
- A pimp who pretends to be in love with a girl or young woman and makes her dependent on him in order to force her into prostitution
- 2007, G. Vermeulen, B. Moens, E. De Busser, Betaalseksrecht. Naar een legalisering van niet-problematische prostitutie., Maklu, page 238:
- Dat minderjarigen niet alleen via netwerken van mensenhandel in de prostitutie terechtkomen, wordt geïllustreerd aan de hand van het oprukkende fenomeen van de loverboys, een crimineel netwerk dat geacht wordt verantwoordelijk te zijn voor de toename van het aantal minderjarigen die in de prostitutie worden geëxploiteerd.
- That minors don't just end up in prostitution through human trafficking networks is illustrated by the emerging phenomenon of the "loverboys", a criminal network that is considered responsible for the increase in the number of minors who are exploited in prostitution.
- Dat minderjarigen niet alleen via netwerken van mensenhandel in de prostitutie terechtkomen, wordt geïllustreerd aan de hand van het oprukkende fenomeen van de loverboys, een crimineel netwerk dat geacht wordt verantwoordelijk te zijn voor de toename van het aantal minderjarigen die in de prostitutie worden geëxploiteerd.
- 2007, G. Vermeulen, B. Moens, E. De Busser, Betaalseksrecht. Naar een legalisering van niet-problematische prostitutie., Maklu, page 238:
See also
Categories:
- English 3-syllable words
- English terms with IPA pronunciation
- English lemmas
- English nouns
- English countable nouns
- Dutch terms derived from English
- Dutch terms with IPA pronunciation
- Dutch terms with audio links
- Dutch lemmas
- Dutch nouns
- Dutch nouns with plural in -s
- Dutch masculine nouns
- Dutch pseudo-anglicisms