Jump to content

uitverkiezen

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch uteverkiesen. Equivalent to uit +‎ verkiezen.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˈœy̯t.fɛrˌki.zə(n)/, /ˈœy̯t.fərˌki.zə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: uit‧ver‧kie‧zen

Verb

[edit]

uitverkiezen

  1. (transitive, now chiefly Protestantism) to choose, to elect, to predestine
    Synonym: verkiezen
  2. (transitive) to choose over all other options, to prefer
    Synonym: prefereren
    De jury zal het winnende ontwerp uitverkiezen uit alle inzendingen.
    The jury will select the winning design from all the entries.

Conjugation

[edit]
Conjugation of uitverkiezen (strong class 2a, prefixed, separable)
infinitive uitverkiezen
past singular verkoos uit
past participle uitverkozen
infinitive uitverkiezen
gerund uitverkiezen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular verkies uit verkoos uit uitverkies uitverkoos
2nd person sing. (jij) verkiest uit, verkies uit2 verkoos uit uitverkiest uitverkoos
2nd person sing. (u) verkiest uit verkoos uit uitverkiest uitverkoos
2nd person sing. (gij) verkiest uit verkoost uit uitverkiest uitverkoost
3rd person singular verkiest uit verkoos uit uitverkiest uitverkoos
plural verkiezen uit verkozen uit uitverkiezen uitverkozen
subjunctive sing.1 verkieze uit verkoze uit uitverkieze uitverkoze
subjunctive plur.1 verkiezen uit verkozen uit uitverkiezen uitverkozen
imperative sing. verkies uit
imperative plur.1 verkiest uit
participles uitverkiezend uitverkozen
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

[edit]