verhuizer

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Etymology[edit]

From verhuizen +‎ -er.

Pronunciation[edit]

  • IPA(key): /vərˈɦœy̯.zər/, /vɛrˈɦœy̯.zər/
  • (file)
  • Hyphenation: ver‧hui‧zer
  • Rhymes: -œy̯zər

Noun[edit]

verhuizer m (plural verhuizers, diminutive verhuizertje n)

  1. mover, remover (person employed to help moving people from one house to another)
  2. (uncommon) someone who moves from one house to another
    • 1861, B. R. P. Hasselman, Mijne ervaring als fabriekant in de binnenlanden van Java, Martinus Nijhoff (publ.), page 9.
      Wil een inlander verhuizen, zoo verzoekt hij de buurlieden hem te helpen. Het huis wordt afgebroken, de verschillende vakken van de wanden draagt men in hun geheel over; de stijlen zijn ook gemakkelijk te transporteren, en aan den avond van den dag woont onze verhuizer op eene andere plaats.
      (please add an English translation of this quotation)

Derived terms[edit]