vermelden

Dutch

Alternative forms

• vermellen (obsolete)

Etymology

From Middle Dutch vermelden. Equivalent to ver- +‎ melden.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌvɛrˈmɛl.də(n)/, /vərˈmɛl.də(n)/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: ver‧me‧lden
• Rhymes: -ɛldən

Verb

vermelden

1. (transitive) to mention, to note
2. (transitive, dated) to announce, to proclaim

Inflection

Conjugation of vermelden (weak, prefixed)
infinitive	vermelden
past singular	vermeldde
past participle	vermeld
infinitive	vermelden
gerund	vermelden n
	present tense	past tense
1st person singular	vermeld	vermeldde
2nd person sing. (jij)	vermeldt, vermeld2	vermeldde
2nd person sing. (u)	vermeldt	vermeldde
2nd person sing. (gij)	vermeldt	vermeldde
3rd person singular	vermeldt	vermeldde
plural	vermelden	vermeldden
subjunctive sing.1	vermelde	vermeldde
subjunctive plur.1	vermelden	vermeldden
imperative sing.	vermeld
imperative plur.1	vermeldt
participles	vermeldend	vermeld
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

• onvermeld
• vermeldenswaardig
• vermelding

Descendants

• Afrikaans: vermeld