Category:Dutch separable verbs with uit

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search
Edit category data
Recent changes
Newest and oldest pages 
Newest pages ordered by last category link update:
  1. uitpraten
  2. uitmunten
  3. uitpoepen
  4. uitvouwen
  5. uithongeren
  6. uitpersen
  7. uitverkiezen
  8. uithijgen
  9. uitvogelen
  10. uithelpen
Oldest pages ordered by last edit:
  1. uitnodigen
  2. uitzoeken
  3. uitzenden
  4. uitstellen
  5. uitsparen
  6. uitsluiten
  7. uitdrukken
  8. uitbrengen
  9. uitsteken
  10. uitschakelen

Dutch separable verbs with the particle uit.


Pages in category "Dutch separable verbs with uit"

The following 160 pages are in this category, out of 160 total.

U

Retrieved from "https://en.wiktionary.org/w/index.php?title=Category:Dutch_separable_verbs_with_uit&oldid=61313435"