psychosomatisch

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Etymology[edit]

By surface analysis, psycho- +‎ somatisch.

Pronunciation[edit]

  • IPA(key): /ˌpsi.xoː.soːˈmaː.tis/
  • (file)
  • Hyphenation: psy‧cho‧so‧ma‧tisch
  • Rhymes: -aːtis

Adjective[edit]

psychosomatisch (comparative psychosomatischer, superlative meest psychosomatisch or psychosomatischt)

  1. psychosomatic

Declension[edit]

Inflection of psychosomatisch
uninflected psychosomatisch
inflected psychosomatische
comparative psychosomatischer
positive comparative superlative
predicative/adverbial psychosomatisch psychosomatischer het psychosomatischt
het psychosomatischte
indefinite m./f. sing. psychosomatische psychosomatischere psychosomatischte
n. sing. psychosomatisch psychosomatischer psychosomatischte
plural psychosomatische psychosomatischere psychosomatischte
definite psychosomatische psychosomatischere psychosomatischte
partitive psychosomatisch psychosomatischers

Further reading[edit]

  • psychosomatisch” in Woordenlijst Nederlandse Taal – Officiële Spelling, Nederlandse Taalunie. [the official spelling word list for the Dutch language]

German[edit]

German Wikipedia has an article on:
Wikipedia de

Etymology[edit]

psycho- +‎ somatisch (somatic).

Pronunciation[edit]

  • IPA(key): /ˌpsyçozoˈmaːtɪʃ/
  • (file)
  • Hyphenation: psy‧cho‧so‧ma‧tisch

Adjective[edit]

psychosomatisch (strong nominative masculine singular psychosomatischer, not comparable)

  1. psychosomatic

Declension[edit]

Further reading[edit]