neuken

Dutch

Alternative forms

• n**ken, n*uken, n...ken, ne*ken (censored)

Etymology

From Middle Dutch *noken, from Old Dutch *nuken, from Proto-Germanic *hnukāną (“to bend; flex; clump together”), with a special sense development in North Germanic, Old Dutch, and Old Saxon of "push, thrust, bump", from Proto-Indo-European *knewg- (“to press; bend”), from *ken- (“to press; pinch”).

Related to German Low German nöken (“to have intercourse; have sex”). Cognate with Old Norse hnykkja (“to snatch; pull violently”), Danish nykke (“to thrust; bump”), Swedish dialectal nycka (“to bump; push”), Old English hnocc (“penis”), Old English ġehnycned (“drawn up; pinched”). More at nook.

The sense “to disrespect” is borrowed from English fuck.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈnøːkə(n)/

• audio

  (file)

• Hyphenation: neu‧ken
• Rhymes: -øːkən

Verb

neuken

1. (somewhat vulgar, transitive, intransitive) to fuck, to screw

   Synonyms: batsen, naaien, poepen, vossen, vrijen

   Wordt er nog een beetje geneukt in Leiden? ― Do people in Leiden even fuck?

   • 2022 [1791], Cao Xueqin, translated by Anne Sytske Keijser, Mark Leenhouts, and Silvia Marijnissen, De droom van de rode kamer. Of: Het verhaal van de steen [The dream of the red chamber. Or: The story of the stone], volume 1, Amsterdam: Athenaeum - Polak & Van Gennep, translation of Dream of the Red Chamber (in Chinese), →ISBN, page 154:

     Binnen had Theedamp Rong^{[sic – meaning Jin]} al vastgegrepen. 'Wat heeft het met jou te maken of wij elkaar hier in de kont neuken? We hebben je vader toch niet geneukt? (...)'

     Inside, Tea Vapour had already grabbed hold of Rong. 'What is it to you whether we fuck each other in the ass here? We didn't fuck your father, did we? (...)'

2. (vulgar, transitive) to fuck, to disrespect; used to express one's displeasure or disrespect for something or someone.
   • 2016 April 9, Niels van der Laan, Jeroen Woe, “Mijn nee”, in de Kwis:

     "Ik neuk het systeem." "En ik mijn Steinway."

     "I fuck the system." "And I [fuck] my Steinway."

3. (Southern, uncommon) to bother, to be annoying to

   Dat neukt niet. ― That's no problem.

4. (Southern, uncommon) to hit, to ram, to push
   • 1784, De rechten van den mensch, ontvouwd ten nutte van't gemeen, page 7:

     SOLDAAT: […] wel waarom neuken we ze dan niet na der moer?

     Soldier: […] Well why don't we beat them to pulp then?

   • 1795, Crimineele sententie tegens den gevangen Willem Cristoffel Zorreth. Ter executie gestelt binnen Arnhem den 9. December 1795, page 16:

     Dat niet weet, dat Zorreth tegens hem gezegd heeft, dat hy Zorreth tegens de Soldaten, die, tyde der alhier plaats gehad hebbende Plundering, by 't huis van den Zilverſmit van den Berg geposteerd ſtonden, en alle moeite deden, om in het zelve te komen, zoude gezegd hebben, wat legt gyl. daar te neuken, moet je 'er in wezen, zyn er dan geen byllui te bekomen?

     (please add an English translation of this quotation)

5. (Southern, uncommon) to toss, to throw away

Inflection

Inflection of neuken (weak)
infinitive	neuken
past singular	neukte
past participle	geneukt
infinitive	neuken
gerund	neuken n
	present tense	past tense
1st person singular	neuk	neukte
2nd person sing. (jij)	neukt	neukte
2nd person sing. (u)	neukt	neukte
2nd person sing. (gij)	neukt	neukte
3rd person singular	neukt	neukte
plural	neuken	neukten
subjunctive sing.1	neuke	neukte
subjunctive plur.1	neuken	neukten
imperative sing.	neuk
imperative plur.1	neukt
participles	neukend	geneukt
1) Archaic.

Derived terms

• droogneuken
• geneuk
• kontneuken
• mierenneuken
• neuk
• neukfeest
• neukseks
• verneuken
• wat de neuk

 

Descendants

• Afrikaans: neuk
• → English: nookie (possibly)